Rotterdams Dagblad / Cultuurpagina / Cultuurartikel  
 

Vrijdag 9 Mei 2003

Neil Young is peperduur kaartje volop waard

Door Peter Bruyn

Neil Young in de Amsterdamse HMH: openend met negentig minuten lang nieuw repertoire, een gedurfd kunstje dat hij ruim een kwart eeuw geleden ook al eens uithaalde.(Foto Rob Verhorst)

Amsterdam - Bij de entree kreeg iedere bezoeker gisteravond een briefje met de mededeling dat Neil Young had bepaald dat er voor en tijdens het concert en in de pauze géén alcohol zou worden geschonken. Ook geen bier. Niet ondenkbaar dat deze actie weer zo'n typische grap van de reclameschuwe rockdinosaurus was om de opzichtig door Heineken gesponsorde Music Hall een hak te zetten. Met een ironische grijns lurkte hij zelf tijdens zijn concert trouwens wél aan een pijpje bier. Maar nog opmerkelijker dan de bierboycot was dat de Amerikaan zijn fans vóór de pauze een ster van maar liefst anderhalf uur splinternieuw repertoire voorschotelde.

Het solo-optreden van Young (57) leek vooraf de geschiedenis in te gaan als 'het concert van het dure kaartje'. Want er is de afgelopen maanden in kranten, bladen en op websites heel wat afgeklaagd en -gedebatteerd over de 73 tot 90 Euro, die moesten worden neergeteld voor de man die altijd als de vleesgeworden integriteit van de rock gold. De man die zich kwaad maakte over de vercommercialisering van de muziek. ,,Ain't singin' for Pepsi; ain't singin' for Coke' hield hij vijftien jaar geleden nog artiesten als Michael Jackson en Tina Turner voor, die zichzelf als zingende reclamezuilen verkochten.

Commerciële krachten

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de commerciële krachten rond de popindustrie anno 2003 zo sterk zijn geworden, dat ze zelfs voor een man als Young niet meer te bevechten zijn. Daarbij komt dat de veteraan z'n publiek waar geeft voor hun geld. Zowel kwantitatief - hij speelt bijna drie uur! - als kwalitatief. Hoeveel artiesten van zijn status durven het aan om een concert te openen met negentig minuten - tien lange songs - nieuw repertoire?

Young flikte dat kunstje al eens eerder, zo rond 1975, toen hij zijn fans verbijsterde door een optreden lang alleen maar repertoire van het op dat moment nog niet verschenen album 'Tonight's the Night' te spelen. Ditmaal betreft het de integrale plaat 'Greendale', die ergens in het najaar samen met een dvd in de winkels moet liggen. Een songcyclus over een familie in en klein stadje aan de westkust van de Verenigde Staten. Zoals Lou Reed zijn 'Great American Novel' schreef met de grootsteedse kroniek 'New York' uit 1988, zo belicht Young op 'Greendale' alle excentrieke uitwassen op het Amerikaanse platteland. Drugs, geweld, mediagekte, nostalgie naar een andere rustiger tijd, paranoia, een Vietnamveteraan, een milieubewust hippiemeisje, de duivel, kortom alle decors voor een hedendaags verhaal.

Het grappigste voorval vindt plaats als Neil door een duimendikke ordner met songteksten bladert en het nummer dat hij zoekt niet kan vinden. ,,Het staat er niet in!'' zegt hij. ,,En ik weet toch zeker dat ik dat liedje geschreven had.'' Waarna hij nota bene het stokoude 'Old Man' maar inzet. Dat kent hij wél uit z'n hoofd.

Neil Young in Heineken Music Hall. Bijgewoond: gisteravond




 
 

 

 
 
© Rotterdams Dagblad. Niets uit deze uitgave mag gepubliceerd worden.