 |
Neil Young in de Amsterdamse HMH:
openend met negentig minuten lang nieuw repertoire, een
gedurfd kunstje dat hij ruim een kwart eeuw geleden ook
al eens uithaalde.(Foto Rob Verhorst)
|
Amsterdam - Bij de entree kreeg iedere
bezoeker gisteravond een briefje met de mededeling dat Neil
Young had bepaald dat er voor en tijdens het concert en in de
pauze géén alcohol zou worden geschonken. Ook geen bier. Niet
ondenkbaar dat deze actie weer zo'n typische grap van de
reclameschuwe rockdinosaurus was om de opzichtig door Heineken
gesponsorde Music Hall een hak te zetten. Met een ironische
grijns lurkte hij zelf tijdens zijn concert trouwens wél aan
een pijpje bier. Maar nog opmerkelijker dan de bierboycot was
dat de Amerikaan zijn fans vóór de pauze een ster van maar
liefst anderhalf uur splinternieuw repertoire
voorschotelde.
Het solo-optreden van Young (57) leek vooraf de
geschiedenis in te gaan als 'het concert van het dure
kaartje'. Want er is de afgelopen maanden in kranten, bladen
en op websites heel wat afgeklaagd en -gedebatteerd over de 73
tot 90 Euro, die moesten worden neergeteld voor de man die
altijd als de vleesgeworden integriteit van de rock gold. De
man die zich kwaad maakte over de vercommercialisering van de
muziek. ,,Ain't singin' for Pepsi; ain't singin' for Coke'
hield hij vijftien jaar geleden nog artiesten als Michael
Jackson en Tina Turner voor, die zichzelf als zingende
reclamezuilen verkochten.
Commerciële krachten
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de
commerciële krachten rond de popindustrie anno 2003 zo sterk
zijn geworden, dat ze zelfs voor een man als Young niet meer
te bevechten zijn. Daarbij komt dat de veteraan z'n publiek
waar geeft voor hun geld. Zowel kwantitatief - hij speelt
bijna drie uur! - als kwalitatief. Hoeveel artiesten van zijn
status durven het aan om een concert te openen met negentig
minuten - tien lange songs - nieuw repertoire?
Young flikte dat kunstje al eens eerder, zo
rond 1975, toen hij zijn fans verbijsterde door een optreden
lang alleen maar repertoire van het op dat moment nog niet
verschenen album 'Tonight's the Night' te spelen. Ditmaal
betreft het de integrale plaat 'Greendale', die ergens in het
najaar samen met een dvd in de winkels moet liggen. Een
songcyclus over een familie in en klein stadje aan de westkust
van de Verenigde Staten. Zoals Lou Reed zijn 'Great American
Novel' schreef met de grootsteedse kroniek 'New York' uit
1988, zo belicht Young op 'Greendale' alle excentrieke
uitwassen op het Amerikaanse platteland. Drugs, geweld,
mediagekte, nostalgie naar een andere rustiger tijd, paranoia,
een Vietnamveteraan, een milieubewust hippiemeisje, de duivel,
kortom alle decors voor een hedendaags verhaal.
Het grappigste voorval vindt plaats als Neil
door een duimendikke ordner met songteksten bladert en het
nummer dat hij zoekt niet kan vinden. ,,Het staat er niet
in!'' zegt hij. ,,En ik weet toch zeker dat ik dat liedje
geschreven had.'' Waarna hij nota bene het stokoude 'Old Man'
maar inzet. Dat kent hij wél uit z'n hoofd.
Neil Young in Heineken Music Hall.
Bijgewoond: gisteravond
|